Trang An

Zaterdag 8 februari 2020

Vandaag hadden we nog een dagje in Hanoi kunnen blijven om er 's avonds de nachttrein te nemen naar Hoi An. Maar omdat er zoveel musea en andere bezienswaardigheden gesloten werden om het coronavirus minder kans te geven zich te verspreiden, opteren we voor een alternatief dat Aafke ons aanreikt. Onze valiezen gaan 's morgens de bus in en we vertrekken naar Hoa Lu en Trang An in de provincie Ninh Binh, een stadje 90 km ten zuiden van Hanoi. We doen er zo'n twee uur over. 

Het is een ecotoeristisch complex bestaande uit wondermooie kalksteenbergen, grotten met namen als Ba Giot (Drie Druppels) en May (Wolk), en een uitgestrekt netwerk van ondergrondse rivieren. Ook Trang An staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. We gaan er een boottochtje maken. Samen met Anne en Jos, twee van onze medereizigers, stappen we in zo'n wiebelend ding. Onze fotogenieke stuurvrouw neemt de roeispanen vast en zet zich aan het werk. Het wordt een mooie, rustige tocht langs een wonderlijk landschap. We volgen een route die ons door vier grotten en langs de Suoi Tien-tempel en het  Hanh Cung Vu Lam-paleis brengt, die we beiden gaan bezoeken. Ook deze uitstap is weer een schot in de roos.


de mua caves

Daarna brengt de bus ons tot op enkele kilometers van de Mua Caves, een andere toeristische trekpleister. We springen de fietsen op die voor ons klaarstaan en wentelen ons richting  grotten. Spijtig genoeg begint het wat te regenen, maar gewapend met een plastieken jasje en ons goed humeur hotsebotsen we ons langs een dorpje en wat rijstvelden naar onze bestemming.

Je kunt er de grotten gaan bezoeken. Je kunt er een berg beklimmen vanwaar je een heel mooi uitzicht over de rijstvelden en de Ngo Dongrivier hebt. Je kunt naar de top van de berg midden op de foto, of naar de top van de linkse berg, die heel wat hoger is. Lieke opteert om beneden te blijven, maar ondergetekende huppelt zich een weg naar boven. Halverwege is de splitsing.  Ik kies samen met Aafke, Anne en Peter voor het pad dat ons naar de hoogste top van de Drakenberg brengt.  Noblesse oblige.

Al na enkel bochten constateren we dat we dat mooie uitzicht kunnen vergeten. Daar zorgt het druilerige weer wel voor. Maar daarom niet geklaagd, we moeten en zullen de top bereiken.

En dat lukt ons ook. Boven staat er een tempeltje, en op een moeilijk te beklimmen rotspunt een draak. Dus klimmen we naar de draak en laten ons vereeuwigen met een mistige foto.

En dit is wat we gemist hebben door het slechte weder. Op de linkerfoto zie je de top van de Drankenberg, met rechts het paviljoen, en links de draak op wiens rug ik geklommen ben, en wiens lichaam over de hele top ligt. Op de rechterfoto het uitzicht op de Ngo Dong rivier. (De foto's komen van het internet.)

Daarna gaan we de dik 500 treden terug naar beneden en bezoeken de Mua Cave. Nu, het kan aan het weer gelegen hebben, maar we hebben geen onvergetelijke indruk overgehouden van die grot. Het kan niet altijd en overal “ho en ha” zijn, denk ik dan maar. Maar onze fietsen wachten op ons. We dralen niet langer. Het miezert nog altijd en zo meteen gaat het duister vallen. We hebben dan ook weinig oog voor de mensen die in dit weer op de rijstvelden aan het werk zijn en rijden in één ruk naar onze vertrekplaats. Daar kunnen we ons wat verwarmen en een stukje eten. Het wordt stilaan tijd om naar het station te bollen waar we de nachttrein gaan nemen.


de nachttrein naar hue

En heel onverwacht wacht ons daar een nieuw avontuur. Of misschien kunnen we dat achteraf een anekdote noemen. De trein komt eraan, we sleuren onszelf en onze bagage erop, en constateren dat onze wagon met al zijn slaapplaatsen al bezet is door een groep Duitsers, een potentiële oorlogssituatie. Nu, we zitten op de trein, dus afstappen doen we niet meer. Terwijl Ton al zijn duivels ontbindt tegen de treinbegeleiders, installeren we ons in de smalle gang, met bagage en al. Ondertussen wordt er druk heen en weer gebeld, met het resultaat dat we in het volgende station kunnen uitstappen en wachten op de volgende trein waar nu een wagon voor ons werd gereserveerd.

Die volgende halte is Ninh Binh. We gaan van de trein en wachten tot de volgende eraan komt. Een geluk bij een ongeluk: dit is een heel wat moderner vehikel dan het eerste ijzeren paard. We delen ons compartiment met Anne en Jos, net zoals we eerder die dag in Trang An het bootje met hen deelden. En net als aan de Mua Caves blijven Jos en Lieke beneden en werken Anne en Francis zich naar boven.. Toch even zeggen dat er een behoorlijke afstand is tussen alle bedden. Slaap zacht!


Maak jouw eigen website met JouwWeb