Oahu

Donderdag, 10 februari 1994, acht uur 's morgens. De "Maxim Gorkiy" heeft 93 zeemijlen afgelegd om ons van het eiland Maui naar Honolulu op Oahu te brengen.

Honolulu, een naam als een klok. De bestemming van je dromen. Even verderop ligt Waikiki Beach, nog even verder Pearl Harbour. En weer moeten we een keuze maken. Het wordt of het ene, of het andere. En de reden hiervoor is, zoals zo dikwijls in het leven, een combinatie van tijd en geld.

Tijd, omdat het schip slechts één dag in Honolulu ligt. Geld, omdat we er niet genoeg van hebben. Noch Willy, noch ik kunnen prat gaan op de titel "rijke passagier". We kunnen onmogelijk alle uitstappen die er georganiseerd worden betalen. Ook vandaag zullen we dus kiezen voor een goedkope oplossing : met het openbaar vervoer naar Waikiki, wat zonnen en zwemmen, en dan terug naar het schip.

Ik hoor je denken, mens, je komt maar één keer in je leven in Hawaii! Juist. En maar één keer in Los Angeles, één keer in San Francisco, één keer in Acapulco... Begrijp je?

De meeste passagiers die hier aan boord zijn, zijn bezig aan een wereldreis van drie maanden. Als ik zou beginnen uitrekenen hoeveel dit reisje hen - uitstappen en persoonlijke onkosten inbegrepen - moet kosten... deprimerend voor de modale burger die we zijn.

Maar zou ik het lef hebben te klagen ? Hier ben ik, in Honolulu, aan de bushalte die me naar Waikiki zal brengen. Wie wil er op dit ogenblik niet in mijn plaats zijn?

Aan de andere kant van de brede laan proberen wolkenkrabbers het blauw van de hemel te verbergen, en reflecteren tegelijk de gebouwen die aan mijn zijde van de straat staan. De bus komt eraan, bijna afgeladen vol. Ik sta in het midden en probeer niet te staren naar een mooie vrouw die voor me zit. Ze vangt echter mijn blik, lacht vriendelijk en vraagt me meteen waar ik vandaan kom.

Ons gesprek kabbelt de hele rit lang voort, tot aan de halte voor Waikiki. Net als Willy en ik stapt de vrouw daar uit de bus, zegt ons dat zij even verderop woont en verdwijnt dan met een laatste glimlach uit ons leven.

Wonen in Waikiki... Het is al eens wat anders dan onze badsteden Blankenberge of Oostende. Of het ook beter is zullen we wel nooit weten. Alhoewel. Never say never.


Vijf minuten later staan we op een van de meest beroemde stranden van de wereld, en zoals dat heel dikwijls het geval is, is de eerste aanblik eerder ontgoochelend. Het is niet eens zo groot.. Het wordt omringd door hoge gebouwen... Het is er nogal druk...

Tot we even later het warme water induiken en merken dat we meer dan honderd meter ver in zee kunnen en het water dan nog altijd maar tot aan onze schouders komt. Heerlijk! Even verder komt er zo'n typische prauw aangevaren, en rond ons wordt er gesurfd en gezwommen. We herzien gedeeltelijk onze mening, maar meer ook niet : Waikiki blijft in onze ogen sterk overroepen. Hoe kan het ook anders als je weet dat deze strook zand ingesloten wordt door niet minder dan dertigduizend hotelkamers. Eén op drie ervan is trouwens Japans bezit.

Gelukkig dat de toeristen weinig eisen stellen aan Waikiki. Hun programma is de beach en de hulashows komen ruimschoots tegemoet aan hun cultuurpeil. Als ze maar eens van de mythe kunnen proeven die deze vier kilometer kuststrook begeleidt.

Net zoals het luidruchtig stel... Hollanders dat achter ons op het strand zit. Dat los je natuurlijk het snelst op door wat verderop te gaan liggen. Zand genoeg. En deze keer geen klanken die ons uit onze rust halen : de mensen rondom ons zijn allemaal van Aziatische afkomst : Jappen en Japjes.

Na wat in de giftige zon gelegen te hebben, gaan we nog naar de International Market Place, een kleurige en fotogenieke tropentuin met openluchtboetieks, restaurants en nachtclubs. Ik herinner me plots dat ik nog enkele jeans voor de jongens zou kopen. Alleen zijn alle prijzen hier wel 20% hoger dan op het vasteland...

We duiken een van de restaurantjes binnen en kunnen er... "Belgian Waffers" eten! Goed zo! Als zij hun MacDonalds naar hier halen, mogen wij best ginder met onze wafels gaan pronken!


's Avonds maken we nog een wandeling op zoek naar halfnaakte autochtonen met bloemenslingers rond hun steven. Helaas, tevergeefs, tenzij je een duur ticket wil kopen voor een van de cultuurshows die her en der te zien zijn en waar de hula welig tiert. Als het nachtelijk spektakel "This is Polynesia" begint, zijn wij al aan boord, al zegt men dat het de opwindendste dansshow van Oahu is. Om godsdienstige redenen wordt er nochtans geen sterke drank, thee of koffie verkocht...

Omdat we zo weinig van Oahu en Honolulu gezien hebben, mogen we ons eigenlijk geen mening vormen. Maar toch schijnen de dingen die we wél gezien hebben te bevestigen wat ik over Oahu had gelezen: de belangen van hotelketens, grondspeculanten en toeristenholdings hebben er een absolute prioriteit bereikt. Dit Polynesische centrum werd een scene van de dollardans, een Benidorm van de Pacific, een cementen jungle waar je zelden een boeddhatempel kunt fotograferen zonder een bord Enjoy Coke erbij. Al hebben ook wij precies gedaan wat elke toerist op Oahu doet: niets, nada, niente, zip. Tot onze verdediging kunnen we aanvoeren dat dat ongeveer het enige is wat je er kunt doen.