onderweg naar Qui Nhon: son my

Donderdag, 13 februari.

Dag elf alweer. We verlaten Hoi An met een gevoel van lichte spijt. Het was er heerlijk vertoeven. We rijden verder zuidwaarts. Onze eindbestemming voor vandaag is Quy Nhon. Maar zoals steeds op een dag waarop we een lange verplaatsing maken, leggen we onderweg enkele bezoeken af.

De bus zet ons af bij het dorpje Son Mi, dat door de Amerikanen tijdens de oorlog werd platgebrand nadat ze alle inwoners – ouderen, vrouwen en kinderen – hadden uitgemoord.

We bezoeken de site. Enkele huisjes zijn gereconstrueerd, bij anderen zijn nog enkel de fundamenten te zien. Hier en daar staat er ook een schuilkelder die geen baat heeft gebracht. De Yankees dreven de mensen eruit en maakten hen af met kogels of bajonet.

Deze zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Vietnamoorlog staat bekend als My Lai (My Bloedbad). In het 'Museum of Son My Massacre' op dezelfde site hangen de foto's van de Amerikaanse oorlogsfotograaf Ronald Haeberle die hij op 16 maart 1968 van het bloedbad heeft gemaakt. Op een gedenkplaat staan de namen van 504 slachtoffers. Het zijn beelden die je nog lang blijven achtervolgen.


We stoppen voor het middagmaal aan een restaurant bij de kust  We kunnen de benen even strekken op het strand. De lucht is blauw en de zon schijnt overvloedig. Alles ademt vrede uit; een schril contrast met de beelden die we in Son My op ons netvlies gebrand kregen.

De kuststrook tussen Hoi An en Quy Nonh wordt gekenmerkt door verlaten stranden, hoge bergen en overblijfselen van de Cham-cultuur


de cham torens van thap banh it

Voor we in Quy Nhon aankomen gaan we nog de Cham-torens van Thap Banh It bezoeken. De vier torens staan boven op een heuvel en zijn van kilometers ver te zien. De klim naar de torens toe is best stevig, maar de beloning is groot. Tijdens ons bezoek begint de zon langzaam onder te gaan, en dat zorgt voor enkele adembenemende foto's.

Hier mag een groepsfoto niet ontbreken!


qui nhon

We installeren ons in het Hai Au Seagull Hotel dat pal op het strand staat. We zijn hier voor twee nachten. 

Die avond eten we allen samen in het hotel. Maar eerst een aperitiefje drinken op de mooie reis en het uitstekende gezelschap


Vrijdag, 14 februari. Valentijnsdag.

Dit wordt een dagje dolce far niente, en neem dat maar letterlijk. Wandelen op het strand met de voeten in de zee, kuieren langs de mooi aangelegde dijk met zijn parkjes en beelden, rustig op een bankje naar de mensen kijken.... heerlijk. Het avondeten is om duimen en vingers af te likken. Dat doen we dan ook, waarna we ons laten verwennen in het massagesalon. Er is een Franse uitdrukking hiervoor. Après nous, les mouches. (Letterlijk: na ons, de vliegen.) Wie dan leeft, die dan zorgt.


14 februari. Valentijn. En blijkbaar kennen ze dat hier ook. We nemen onze cocktail op het dakterras van het hotel. Eentje heeft een wel heel sturende naam: 'Multi Orgasms'. We houden het bij een Piña Colada.  Er staat een met bloemen versierde boog waaronder we  ons vol romantiek laten fotograferen. 

Even verder staat een podium. Karaoke. De fotograaf komt me vragen of ik wat wil zingen. Pfff. Karaoke heb ik nog nooit in mijn leven geprobeerd, dus zeg ik maar nee en neem nog een tweede cocktail. Dan komt Harrie bij me en vraagt me op zijn beurt om te karaokeren – of hoe noem je dat? Ik laat de twee cocktails spreken en zeg tot mijn eigen verbazing ja. En dan kies ik ook nog voor een liedje dat ik nauwelijks ken, maar waarvan de titel wel heel toepasselijk is op een Valentijnsdag: 'Love of my Life' van Queen.  Opgedragen aan mijn vrouw, of wat dacht je. Matig resultaat. Te laat begonnen (eerste cocktail), en dan nog een octaaf te laag (tweede cocktail). Maar goed, ik heb toch het einde van het lied gehaald zonder van het podium te stuiteren. Als waardering voor mijn durf en om mijn cocktails door te spoelen, zorgen Harrie en Riet voor een glaasje rode wijn.