op uitstap naar Singaraja

zondag, 14 maart 2010

't Is nu zowat 13:30 en we gaan lunchen. En deze keer heeft Lieke de lunch zelf klaargemaakt. Ten eerste is het zondag en is het personeel vrij (waar blijkbaar wel gemakkelijk een mouw kan aangepast worden indien je dat wilt.) Ten tweede hebben we vanmorgen een uitstap gemaakt. Om 7 uur vertrokken we zoals gepland richting Singaraja.

Eerst ging het naar de tempel Pura Beji in Sangsit. Meteen de mooiste die we al gezien hebben. Sangsit bevindt zich ten oosten van Singaraja. De Pura Beji is een tempel gewijd aan Dewi Sri, de godin van de rijst. Dit heiligdom dateert van de 15de eeuw en is versierd met talrijke naga (slangen), symbolen van de aarde en de vruchtbaarheid. Ze vormen de balustrade van een prachtige poort. Schitterende fabeldieren en duivelse wachters liggen op de loer tussen de planten. Rijen stenen torens verheffen zich boven de terrassen en vormen een labyrint van roze zandsteen. De binnenhof is ruim en open, met alleen maar enkele frangipanibomen ter versiering.

Na de tempel in Sangsit reden we naar Kubutambahan, waar de tempel Pura Maduwe Karang (letterlijk: tempel van de eigenaar van het land) staat, gewijd aan de landbouw op droge grond (in tegenstelling tot de natte rijstbouw). De tempel is in 1890 gebouwd ter eren van de Zon en de Aarde. Heel wat beelden hebben te maken met de vruchtbaarheid. We zien ook enkele erotische scčnes. Buiten de tempel staan figuren uit het hindoe-epos Ramayana. In een van de zijwanden van de tempel staat een bas-reliëf dat de Nederlandse archeoloog W.O.J. Nieuwenkamp voorsteld... op de fiets. Omstreeks 1900 heeft die man zowat heel Bali met de fiets bezocht.

Tussen haakjes, elke tempel heeft zijn tempelbewaarder, en die wijst je altijd waar de collectebus staat, met ernaast een boek waar je de datum, je naam, je land van oorsprong en het bedrag van je “donation” invult, bekrachtigd door je handtekening. Bij sommige tempels staan ook mensen die je graag wat uitleg geven en daarvoor soms exuberante bedragen durven vragen. Aan jou om dan wat te marchanderen. Beetje vervelend, toch. Maar dat hebben we ondertussen al geleerd: elke toerist is een melkkoe. Het leven is hier echt niet duur, als je het geduld en de moed kunt opbrengen om over alles en nog wat te marchanderen. Dat lukt ons echt niet altijd. Je wordt er zo moe van, meneer.

De familie tempelbewaarders. Ze vroegen ons zo'n exorbitante bijdrage dat we wel moesten marchanderen.


Onze derde bestemming waren de natuurlijke bronnen van Air Sanih, 17 km ten oosten van Singaraja. Tegen betaling van 4.000 Rupiah de man kun je in de openluchtbaden gaan zwemmen – wat we niet gedaan hebben, en kun je naar het restaurant om een frisdrank – wat we wel gedaan hebben. Verder was dit niet echt iets wat je spectaculair zou noemen. Dan maar naar onze laatste bestemming en – hoe is het mogelijk – dat was weer een tempel, een boeddhistische dit keer. Een ashram, gesticht in 1958, die de naam Brahma Arama Vihara meekreeg. De ashram ligt in het dorp Banjar en heeft een erg mooie tuin waar zowaar een klein stukje Borobudur te zien is.

ceremonie van de desa lokapaksa

Daarna was het weer tijd om terug te gaan naar de villa. Na nog even wat eten gekocht te hebben in het kleine supermarktje van Seririt togen we naar Lokapaksa, om er vast te stellen dat de weg naar de villa afgesloten was voor alle verkeer wegens een ceremonie op het strand. Dus Lieke en ik met de benenwagen de twee kilometer of zo naar de villa toe, onder een brandende zon. Zoals je kunt merken overleefden we het, al doken we bij aankomst onmiddellijk onder het stortbad. Daarna gebruikten we deze laatste kans om onze sarong aan te doen en gingen naar de ceremonie op het strand kijken die nog steeds aan de gang was.

Een uur later zijn we terug met een pak nieuwe foto's en enkele minuten film. 'k Kan er niet veel over zeggen, je moet het zelf zien: 't is overweldigend. Honderden en honderden mensen met even zoveel offergaven voor de goden en de demonen. Het hele dorp moet leeggelopen zijn. En van het dorp naar de kust is het toch enkele kilometers wandelen in de hitte van de dag. Terwijl ik dit schrijf hoor ik nog altijd de voorbeden en gezangen enkele honderden meters verderop.

En daarna, ons laatste diner. En al was het hun vrije dag, Komang en Kadek hadden erop gestaan het voor ons te komen klaarmaken. De schatten.

Na het diner pakten we onze koffers. We zouden de volgende dag immers vroeg vertrekken omdat iedereen ons vertelde dat er door de ceremonies in de dorpen onderweg na twaalf uur geen doorkomen meer aan zou zijn. Spijtig, want zonder dat grote feest hadden we nog een halve dag van onze villa kunnen genieten.

laatste zonsondergang aan villa buddha