de leeuwenrots van Sigiriya

Onderweg naar Sigiriya.

De volgende dag brengt ons naar de Leeuwenrots van Sigiriya, een majestueuze rots met loodrechte wanden die meer dan 200 meter boven de omringende vlakte uitrijzen. In de vijfde eeuw n.Chr. koos koning Kassapa de bijna ontoegankelijke top als de locatie voor zijn paleis, een aards paradijs met schitterende paviljoenen, tuinen en baden.

Het regent hard als we aan de beklimming beginnen. Via een 19de eeuwse wenteltrap gaan we de Maagden bewonderen. Van de oorspronkelijke 500 schilderingen zijn er nu nog 21 in goede staat.

De Maagden zijn heel sensueel en daardoor uniek te noemen in de Sri Lankaanse kunstgeschiedenis. Alle Singalese kunstuitingen zijn immers geïnspireerd op het boeddhisme, dat alle gevoelens van lust afzweert. Dit zijn schilderingen die je eerder in India zou verwachten.

Een steile kalkstenen trap voert naar het Leeuwenplatform. De Leeuwenrots heeft zijn naam te danken aan de gigantische bakstenen leeuw die er tegenaan werd gebouwd. Helaas zijn alleen de twee enorme klauwen bewaard gebleven. Oorspronkelijk voerde een trap tussen de poten door de muil van de leeuw naar het paleis hogerop.

Het regent nog altijd pijpenstelen, waardoor we ons wat opgejaagd voelen en sneller dan gepland de niet al te stevig ogende trap nemen naar de top.

De uit de koloniale tijd daterende trap naar de top lijkt op sommige plekken bijna in de lucht te zweven. Na die smalle trap maakt de top van de rots, die een onbelemmerd uitzicht naar alle richtingen biedt, een verrassend ruime indruk. De top bestaat uit een aantal terrassen. Op het hoogste ervan stond het paleis van de koning. Tussen de terrassen lag een groot waterreservoir, uitgehakt in de rots. Het water werd naar de top geleid via een hydraulisch systeem aangedreven door windmolens.

Dit noemt men, geloof ik, afdruipen...