terug in La Paz

We zijn terug in La Paz. Het is zondag 26 februari 2006. De stad gonst van de carnavalvierders, al trekt de stoet morgen maar voorbij. Duizenden mensen bevolken de straten, en velen ervan dragen plastieken poncho’s. We zien al snel waarom. Een derde van de feestvierders is gewapend met ballonnetjes en grote plastieken geweren vol water, een ander derde zwaait met bussen schuim, en het laatste derde probeert niet nat te worden of onder het schuim terecht te komen. Het lijkt wel een echte oorlog, al kan vrijwel iedereen ermee lachen. We zijn niet erg happig om ertussen te gaan lopen, maar omdat Lieke onder de beten zit waag ik me als een echte ridder toch in het gewoel, op zoek naar een van de talrijke farmacia’s in de omgeving. Maar het is zondag en ze zijn allemaal gesloten. Het positieve is dan weer dat ik droog en wel terug in het hotel geraakte. En dat was een echt wonder, dat ik uitsluitend te danken had aan de Paceños (inwoners van La Paz) die mij, arme toerist, hebben ontzien. Het deed me heel levendig denken aan die film over een autorally, waarin ze op een bepaald moment in de keuken van een kasteel een schitterend slagroomtaartgevecht houden en één man vlekkeloos uit de strijd komt.

Carnavalvierders in La Paz. De zittende vrouw vult ballonnetjes met water.


Maandag, 27 februari. Deze namiddag vertrekken we met de bus naar Uyuni, naar de zoutvlakte. Maar eerst kunnen we de carnavalsfeer in La Paz nog even opsnuiven. De anders al zo drukke stad bulkt nu van de mensen. De chaos is niet meer te overzien. Als we aan het plein voor San Francisco komen doen we er tien minuten over om de grote laan over te steken. Alles zit muurvast, want straks komt hier de carnavalstoet voorbij.

Ons eerste doel is een farmacia te vinden die open is. Het is nu wel geen zondag, maar vele winkels houden hun deuren dicht. Toch lukt het ons er eentje te vinden. De brave man vraagt ons wat we nodig hebben, en als ik hem ons verhaal doe knikt hij breed lachend. Natuurlijk! Geen probleem! Ik heb hier wel een zalfje voor het velletje van mevrouwtje! Het toontje waarop hij zijn woordjes naar voor brengt werkt zo op mijn lachspieren dat ik me met moeite kan inhouden tot ik buiten sta. Maar belangrijker is dat Lieke haar zalfje heeft om wat aan haar jeukje te doen.

Aan de andere kant van het plein is er – carnaval of niet – markt. Tientallen kraampjes met bloemen, tientallen kraampjes met boeken, netjes naast elkaar. We dwalen er wat rond. Op een bepaald moment word ik klemgezet in de massa. Onmiddellijk denk ik aan een van de trucjes die in mijn “Trotter” worden beschreven, hoe ze je klem proberen te zetten en dan je zakken leegmaken. In een reflex laat ik me door mijn knieën zakken en draai weg. En terwijl ik dat doe zie ik de vingers van twee verschillende handen die aan de ritsen van mijn broek zitten te frunniken! Met dank aan Trotter! Ik had een van de twee mannen die hadden geprobeerd me te bestelen duidelijk in het gezicht gekeken en merkte nu dat hij nog een tijdje in onze buurt bleef rondhangen. Toen hij echter zag dat ik hem goed in het vizier hield droop hij tenslotte toch af. Het was de eerste en enige keer dat we tijdens onze lange reis hiermee geconfronteerd werden.

We zagen nauwelijks wat van de stoet. De laan was afgezet met grote zeilen, en tussen ons en die zeilen stonden rijen dichtopeengepakte mensen. Met het voorval van daarnet nog in het achterhoofd waagden we ons daar niet tussen. Je moet je geluk niet uitdagen. Even later was het trouwens tijd om naar het hotel te gaan.

We hebben wel wat videobeelden van de stoet. We zullen ze hier  wel eens  publiceren.

De auto die ons naar de busterminal bracht was ruim op tijd, maar in de terminal zelf was het even zoeken naar het kantoortje van Diana Tours. De mevrouw vroeg ons plaats te nemen en even te wachten. Na een kwartiertje of zo gebaart ze ons met haar mee te gaan. Ze doet geen moeite om ons te helpen met onze bagage, maar stevent naar een ander kantoortje toe, waar de busmaatschappij Panasur blijkt in te zitten. De bediende van Panasur schrijft ons in ijltempo een ticket uit en loopt, nee rént, voor ons uit naar een grote klaarstaande bus. Onder grote haast worden onze valiezen in de bagageruimte gestouwd en stappen we de bus in. Geen tijd om van wie dan ook afscheid te nemen.  


Maak jouw eigen website met JouwWeb