Neduntheevu, het eiland delft

De volgende dag, zaterdag 13 februari, maken we een uitstap naar het eiland Delft. We zien de zon opkomen. Ren westen van Jaffna strekt zich een rijtje eilanden uit. Het grootste, Kayts, is van het vasteland gescheiden door een zeearm. Door het ondiepe water loopt een smalle weg naar het eiland. 

Ten zuiden van Kayts loopt een al even avontuurlijke weg naar het eiland Punkudutivu. Daar nemen we de veerboot die ons in een uur naar Neduntheevu brengt, het vroegere Delft. Dit vlakke, prachtige eiland ligt ver van de bewoonde wereld. De tijd is er stil blijven staan.

De ferry naar Delft is een metalen doodskist. We worden met zijn allen als sardientjes in het ruim gedropt. Enkele ventilators proberen de loden hitte wat draaglijker te maken. Een uur later zetten we levend en wel voet aan wal op Delft.

Met de toektoek toeren we het eiland rond. We stoppen bij een baobab boom die hier ooit door Portugese zeelui werd geplant. 

We komen bij een tempel gewijd aan Shiva. Op de voorgrond staat  een rotsblok dat elk jaar wat groter wordt...

Daarna gaan we naar de resten van een Hollands fort. Er staat nog een goed bewaarde duiventil. 

De resten van de paardenstallen uit de Hollandse periode.

In een hindoetempel is een ceremonie aan de gang. We mogen gerust een kijkje nemen. En we krijgen er nog een zegening bovenop.


We verlaten Delft, samen met dezelfde groep mensen waarmee we de overtocht naar het eiland hebben gemaakt. Net zoals bij de heenreis zingen ze zich de longen uit het lijf. En deze keer blijft Francis niet achter en wordt door handgeklap beloond na het zingen van Op de purperen hei. Leute alom op het dek van deze andere gammele, propvolle boot.


Op de terugweg naar Jaffna rijden we weer door de prachtige natuur via de smalle stroken van eiland naar eiland.