onderweg naar hoi an:  da nang

We zetten onze weg voort richting Da Nang via de Hai Van Pass, de Wolkenpas.

In Da Nang bezoeken we het Museum of Cham Sculpture, en de collectie van het museum is een echte verrassing. De prachtige beeldhouwwerken van de Cham zijn zonder meer indrukwekkend in hun details.

Angkor en het Khmer-rijk zijn voor reizigers geen onbekende namen meer, maar heel wat minder mensen kennen de Cham-cultuur, een cultuur die nochtans in dezelfde periode bloeide. De Cham vochten heel wat oorlogen uit tegen hun twee machtiger buren, de Viets en de Khmer, tot hun grondgebied uiteindelijk in de 17de eeuw volledig werd opgeslokt door het uitbreidende Vietnam. We zullen op onze reis nog meer met de Cham in aanraking komen en aangenaam kennismaken met deze verdwenen cultuur.

Een lachende boeddha verwelkomt ons in een restaurantje, waar we onze grootste honger stillen.  Daarna vertrekken we richting de Marble Mountains.


onderweg naar hoi an: de marble mountains

Onze bus brengt ons naar de Marble Mountains (Ngu Hanh Son, letterlijk 'vijf elementen bergen). Het zijn vijf heuvels van marmer en kalksteen, ten zuiden van Da Nang. De vijf bergen zijn vernoemd naar de vijf elementen: Kim (metaal), Thuy (water), Moc (hout), Hoa (vuur) en Tho (aarde). Alle bergen hebben grot-ingangen en talloze tunnels, waarvan we er enkele bezoeken.

. In de Huyen Khong grot staat een reusachtige boeddha naar ons te kijken.

Als we naar de top van de berg Thuy klimmen hebben we een mooi uitzicht op de wijde omgeving.. Er zijn ook verschillende boeddhistische heiligdommen die  om onze aandacht vragen.


hoi an

Van Da Nang tot Hoi An is het nog 25 km. Deze mooie dag loopt al stilaan op zijn eind als we ons hotel, het Memority Hotel & Villas in Hoi An bereiken. Diezelfde avond maken we nog een wandeling naar het feeëriek verlichte centrum van de stad en pikken een restaurantje mee. Prachtig! Fijn dat we hier enkele dagen gaan doorbrengen..

dinsdag 11 februari.

Om acht uur verzamelen we voor het hotel om met de groep een fietstocht te maken. En al is de lucht verre van blauw, het regent niet. We rijden naar een markt en genieten van de voor onze westerse ogen kleurrijke taferelen.

Daarna gaat het kustwaarts, naar het strand van Cua Dai, nauwelijks 5 km verderop. We drinken en eten er wat, en trekken dan verder richting rijstvelden. Het middaguur is al voorbij als we weer terug zijn aan ons hotel. Een heel geslaagde uitstap! Als je de QR-code hiernaast scant, zie je ons op ons ijzeren paard rijden. Nu ja, aan mij niet, want ik ben aan het filmen.


de japanse brug en de chinese wijk

Enkele uren later zijn we met ons tweetjes in het centrum van Hoi An. We zoeken de Thu Bon-rivier op die door de stad stroomt en volgen ze tot we aan de Japanse overdekte brug komen, een van dé trekpleisters van de stad.

De brug werd eind 16de eeuw door de Japanse gemeenschap van de stad gebouwd. Ze vormt de verbinding tussen de Chinese en de Japanse wijk, en tussen de Tran Phu-straat en de Nguyen Thi Minh Khai-straat.. De boogconstructie en het golvende groen-gele dak roepen het beeld op van stromend water.

Vandaar dat de brug wordt bewaakt door stenen beelden van een aap en een hond. Midden op de brug staat de Chua Cau, een schrijn gewijd aan Tran Vo Bac, de keizer van het noorden. Het heiligdom bestaat uit niet veel meer dan een eenvoudig altaar en wat feniksen.

We duiken de Chinese wijk in en bezoeken het Cam Pho  gemeenschapshuis, een tempel van meer dan 200 jaar oud, met mooie decoraties en een speciale architectuur.

Daarna gaan we de innerlijke mens versterken in een restaurantje langs de rivier. Het is er zo lekker dat we besluiten om hier zeker nog eens terug te komen. Daarna trekken we de stad weer in.

In de Tran Phu-straat zien we de  Kantonese gemeenschapshal, een ontmoetingsplek gebouwd door Chinese handelaars uit Guangzhou op het einde van de 18de eeuw, met een centrale binnenplaats omringd door prachtig gedecoreerde gebouwen en schitterende beelden.

Op de binnenplaats is er een fontein, en beelden van een schildpad en een draak die een karper probeert te verslinden. In het hoofdgebouw staat een altaar ter ere van generaal Quan Cong, aanbeden als een symbool van trouw, integriteit en rechtvaardigheid. Aan het plafond hangen wierookspiralen die gelovigen er als offergave hebben opgehangen.  

We brengen er heel wat tijd door voor we weer de met lampions versierde straat opzoeken. Lieke neemt rustig de tijd om de plaatselijke mode tegen het licht te houden.

Wat verder komen we aan het volgend gemeenschapshuis, het Hoi Quan Hai Nam, net als de Kantonese gemeenschapshal een van de vijf die in Hoi An gebouwd werden om de Chinese immigranten een plek te bieden om samen te komen en de Chinese tradities te bewaren voor toekomstige generaties.

Het Hoi Quan Hain Nam werd opgetrokken om de moord te herdenken op 107 Chinese kooplieden door een marinecommandant uit het leger van keizer Tu Duc. Ook hier vinden we weer prachtige mozaïeken beelden van draken. Hoi An vult echt wel onze hoge verwachtingen helemaal in. De stad is een mengelmoes van Chinese, Japanse, Franse en Vietnamese bouwstijlen.  De hallen en tempels, de mooie eeuwenoude huizen waarin nu meestal winkels of restaurants te vinden zijn, het is allemaal een lust voor onze zintuigen.

We sluiten deze prachtige dag af met een kookles georganiseerd in een van de vele restaurants in het centrum


Woensdag, 12 februari.

Waarom zouden we ergens anders naartoe gaan dan naar het centrum van Hoi An? Al wat we de vorige dag gezien hebben, heeft onze honger nog wat aangescherpt. Onder ons tweetjes duiken we weer de stad in en dompelen ons onder in de heel speciale sfeer die er heerst.

 

We bezoeken een marktje en slenteren daarna langs de rivier. 's Middags eten we in hetzelfde restaurantje als gisteren. Het weer is uitstekend, stukken beter dan in het noorden van Vietnam.

Als we in de namiddag weer langs de rivieroever wandelen, willen een mama en haar dochter graag met ons op de foto. Even verder zien we een bordje met “The Quiet American” erop, en de karakterkop van Michael Caine. Onze nieuwsgierigheid is geprikkeld. We stappen een smal gangetje in en komen op een stemmig terras terecht. We zetten ons aan een van de ronde tafeltjes en krijgen de drankenkaart aangeraakt, samen met een boek waarin de geschiedenis van dit eeuwenoude huis en zijn bewoners te lezen valt, en ook de reden waarom het etablissement nu de naam 'The Quiet American' draagt, de naam van een film waarin Michael Caine de hoofdrol speelt. Enkele scenes van de film werden namelijk in dit huis gedraaid.

Het interieur is nog net zoals het in de film te zien is: dat van een hoeren- en opiumtent. We gaan het bewonderen en mogen zelfs even op de eerste verdieping van het houten huis gaan kijken. We verlaten het langs de hoofdingang, die uitziet op de Bach Dang-straat.

De rest van de namiddag slenteren we weer het centrum door, maar deze keer ligt het accent van onze aandacht op de winkels en het kopen van cadeautjes voor de thuisblijvers.

's Avonds gaan we met de groep eten in een restaurantje aan de oever van de Thu Bon-rivier. Daarna gaan we samen naar een spektakel kijken dat zich afspeelt in het pretpark Hoi An Impression, gelegen op het kunstmatig eiland Cam Nam in het midden van de Thu Bon-rivier.

De voorstelling neemt ons mee op een historische reis. Het eerste deel (Leven) toont het ontstaan van Hoi An, nu 3000 jaar geleden. Het tweede deel (Bruiloft) laat ons de bruiloft zien van de prinses Huyen Tran en koning Che Man, dit alles in een setting met Cham-tempels en torens, en natuurlijk een olifant, het symbool van de Cham-cultuur. De derde scene (Lampen en Zee)  toont ons een trouwe vrouw die wanhopig wacht op haar man, die zeeman is en al lang niet meer naar huis is gekomen. Door het wachten verandert ze in een stenen beeld. In deel vier zien we de haven van Hoi An in de 17de eeuw. Op het immense podium staan handelaren uit China, Japan, Nederland, Frankrijk, India enz. In het vijfde deel tenslotte wordt de Ao Dai nadrukkelijk in beeld gebracht. Het is hét nationale kledingstuk van Vietnam, vooral gedragen door vrouwen. In zijn huidige vorm is het een lange gespleten tuniekjurk die over een broek wordt gedragen. 

De show – die beschouwd wordt als de mooiste in Vietnam – duurt een goed uur. We slenteren nog even in het pretpark rond en nemen dan een taxi naar ons hotel. En dan zit ook deze mooie en welgevulde dag er weer op.