Dolfijnen spotten

3 maart - woensdag

Ik heb hier veel minder slaap nodig. Ik lig gewoonlijk wakker tot half drie, drie uur, ontspannen luisterend naar het kabbelen van de golven. En toch voel ik me na een uur of vijf slapen uitgerust. Voor vandaag had ik wel de wekker gezet: om kwart over vijf opstaan, douchen, ontbijten en om zes uur naar het strand, waar de vissersboot die ons naar de dolfijnen gaat brengen al ligt te dobberen. Het is nog donker, maar zolang zal dat niet meer duren. We stappen de zee in en klauteren aan boord, waarna de Yamaha-motor aanslaat. Even later zijn we op weg voor een vaart van zo'n drie kwartier naar de vermoedelijke plek waar de dolfijnen zullen/zouden moeten opduiken. Want dolfijnen spotten is een uitdrukking met twee verschillende voorzetsels. Het ene is “naar” en het andere”met”. Wij spotten naar dolfijnen, en de dolfijnen spotten met ons, zoals vandaag.

Want het enige wat we zien is een aanzienlijke armada dolfijnenspottersschepen, kriskras rond dwalend over de Balinese zee als kippen zonder kop dat op het land doen. Wij sloten ons aan en lieten onze ogen over de golven dobberen met in de handen een schietensklare camera. Edoch. Na zo'n half uurtje tevergeefs zoeken hield onze skipper het voor bekeken en draaide de steven richting vandaar-kwamen-we. Gelukkig hadden we mogen genieten van een mooie zonsopgang. 

En toen, toen we geen bootjes meer rond ons hadden, kwamen ze dan toch even spotten, twee dolfijnen, op slechts enkele meters van ons vandaan. Enkele seconden, net lang genoeg om weer verdwenen te zijn op het moment dat we onze electronica in de aanslag hadden. Dol-fijn, hoor! 

Rond half negen werden we weer voor villa Buddha gedropt. Na nog wat fruit achter de kiezen te hebben gestoken gingen we elk ons weegs, Lieke naar het broebel- en ik naar het zwembad. En meer moest dat niet zijn.


wierook branden

Rond elf uur arriveerden Kadek en Komang in ceremoniële kledij. Gelukkig was ik attent genoeg om op vinkenslag te gaan liggen, want even later begonnen ze aan een rondgang langs de huistempels en waterputten van villa Buddha en villa Buddha Samora.  Op verschillende plekken werden offers geplaatst en wierook gebrand, gesprenkeld en besprenkeld en gebeden. Ik voelde me een beetje een indringer, met die opdringerige videocamera in mijn handen en zonder sarong en tulband, maar het werd me blijkbaar grootmoedig vergeven. Op het eind betrokken ze me mee in hun zegeningen en kreeg ik een bloem achter mijn oor en rijst op mijn voorhoofd en in de holte van mijn keel gedrukt. Ik denk dat ik hier maar blijf en hindoe word. Ik zal straks aan Lieke vragen of ze daar graten in ziet.

Even later kwam tuinman Romi aan, net als Kadek en Komang in ceremoniële kledij, dus in zijn geval sarong en hoofdband. Ook hij had geschenken voor de goden mee en begon op zijn beurt aan zijn rondgang over het domein, terwijl Kadek haar laatste giften voor de ingang van de villa's plaatste. De eetbare giften worden nu door de goden geproefd en geheiligd, waarna het sacrale voedsel aan ons, stervelingen, teruggegeven wordt om genuttigd te worden.


Morgen is het Liekes verjaardag en ik heb samen met Jan en het huispersoneel wat bekokstoofd. In de namiddag gaan Lieke en ik een uitstap maken naar Shanti, een prachtige locatie dichtbij Singaraja, slechts zestien kilometer van hier. We gaan er eerst wandelen en daarna de thee nemen. 

Die uitstap dient echter ook om de verrassing die ik voor mijn vrouwtje voorbereid heb compleet te maken: niet alleen een speciaal etentje in de villa, nee, ik heb maar direct een heel gamelan-orkest met danseressen besteld, en bovendien Jan en Huwiene uitgenodigd om met ons mee te vieren. 

Vandaag is het de mooiste dag tot nu toe. Blauwe lucht met wat witte wolken, en warm! Maar dat is het hier natuurlijk altijd. Het is nog steeds het regenseizoen, zodat de hemel rond een uur of vier misschien zijn gordijnen zal sluiten. En dan zal het een tijdje stevig regenen, of ook niet. Dat hangt van Visjnu af, of Brahma, of misschien nog een andere god. 'k Zal 't straks eens vragen. Maar eerst ga 'k nog een beetje zwemmen. Ik begin het helse tempo van Bali stilaan gewoon te worden. 

Ik vermoed dat het nu ongeveer drie uur moet zijn. Na mijn zwempartij ben ik wat gaan rusten in de bale benong dichtbij de zee. Dit rustpaviljoen is zo 'n 3 m² groot en daarmee het kleinste van de twee die er in de tuin aanwezig zijn. De andere bale benong, die naast het zwembad staat, is wel twee keer zo groot. Tenslotte is alles hier voorzien voor twaalf tot achttien gasten. Met ons tweetjes voelen we ons hier dan ook de koning te rijk. Komang heeft weer haar rondje gedaan en om haar niet te ontgoochelen heb ik dan maar een kopje koffie gevraagd. En nu komt ze net voorbij met een dienblad met thee erop, richting Lieke, die aan de zeezijde de Donkere Toren van Stephen King zit weg te lezen. We voelen ons nog steeds niet schuldig.


Maak jouw eigen website met JouwWeb