Gewoonten en Zeden

Nog wat over de zeden en gewoonten hier. Balinezen blijven samenwonen op het familiedomein – of terrein – waar ze een thuis maken voor hun kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen. Een deel van het terrein – soms wel de helft, is voor de goden en de afgestorvenen die over hen waken. Daar staat de familietempel. Daar wonen ook de voorouders. Daarom zal een Balinees nooit emigreren. Hij zal altijd terugkeren naar zijn familietempel.

Voor het eten heb ik het met Kadek en Komang nog even gehad over die traditie dat een man zijn vrouw kan inwisselen voor een andere als zijn eerste vrouw hem (nog) geen zoon geschonken heeft. De meisjes proberen me altijd met veel geduld uit te leggen hoe de vork in de steel steekt. Ik ga het resultaat van ons zoveelste gesprek zo duidelijk mogelijk proberen neer te pennen.

Een Balinese hindoe kan zijn vrouw verstoten zolang ze hem geen mannelijke erfgenaam heeft gegeven. De verstoten eerste vrouw wordt dan terug opgevangen door haar familie. De eventuele dochters van dat huwelijk blijven bij de man. De vrouw is dus niet alleen haar man maar ook haar kinderen kwijt. Het tijdstip waarop de man de vrouw verstoot voor een andere hangt af van de willekeur en het geduld van de man. Ik vroeg aan Kadek – die een zoontje van vijf jaar heeft – of ze dacht dat haar man zoiets zou hebben gedaan als ze geen zoon maar een meisje had ter wereld gebracht. Ze dacht even na en zei toen dat dat niet onmogelijk zou geweest zijn, omdat haar man een enige zoon is en het dus van zijn nageslacht afhangt of de familietraditie kan voortgezet worden.

's Avonds hebben we haar man gezien. Hij kwam recht van Denpasar om de zaterdagavond en zondag bij zijn gezin door te brengen; zijn gezin dat zoals dat ook bij Romi het geval is, bij zijn ouders inwoont. Ik heb de foto's die ik op de dag van Lieke's verjaardag heb gemaakt op zijn laptop gezwierd, zodat Kadek een levende herinnering kan bewaren aan dat mooie feest waar zij samen met Komang en alle anderen zoveel aan heeft bijgedragen.

Als uitsmijtertje vertelde Kadek me dat ze dacht dat de moslima waarvoor haar vader bij haar moeder was weggegaan daarvoor waarschijnlijk zwarte kunst had gebruikt. Ja, zoiets moeten ze net mij vertellen. Zo heb ik volgende week weer wat om over te bomen. Dààrover en over het kastestelsel dat op Bali nog steeds stand houdt. Momenteel weet ik niet veel meer dan dat er vier kasten zijn, en dat de eerste twee kasten Hoog-Balinees praten en de andere twee Laag-Balinees. Of zoiets. En dat Kadek, Komang en Putu Surya tot de vierde en laagste kaste behoren, terwijl onze tuinman Komang Mori tot de derde kaste behoort. De rest vogel ik binnenkort wel uit.

Morgenvroeg staan we om zes uur op om een daguitstap te maken richting Ubud. Hoe die verlopen is lezen jullie dan wel.

Hebben vandaag met moeder Lisa en met Jo gebeld. Alles in orde ginds en hier. Uitstekend zo.