Phnom Penh

Een van de grote attracties van de stad is de op een heuvel gelegen tempel Wat Phnom, de pagode waaraan de stad haar naam ontleent. Het wordt ook het doel van ons eerste uitstapje van de dag. De tempel ligt aan het eind van de Norodom Boulevard, op korte afstand van de rivier. Volgens de legende liet een mevrouw Penh er in 1372 een pagode oprichten om vijf boeddhabeelden die met de rivier waren aangespoeld in onder te brengen. De Wat Phnom is bijzonder populair bij de bevolking, want men zegt dat elke wens die er geuit wordt in vervulling zal gaan. En gewenst wordt er, dat zullen we weldra merken.

We beklimmen de trappen naar de hoofdtempel, de vihara. De trap heeft balustrades van naga's en wordt bewaakt door stenen leeuwen.

De vihara heeft een bonte verzameling boeddhabeelden.

De witte stoepa ten westen van de vihara bevat de as van koning Ponhea Yat (1405-1467).

In een paviljoen tussen de vihara en de stoepa staat het beeld van mevrouw Penh.

Aan de noordzijde, net onder de top, is er nog een klein heiligdom. Het is gewijd aan Preah Chao, de taoïstische godin van de zee,. Te oordelen naar de overvloedige offergaven op het altaar moet deze godin de nodige macht hebben.

We verlaten de vihara en zoeken de rivieroever op. We komen voorbij het  mooie postkantoor, gebouwd in 1894. Even later duiken we een restaurantje binnen. Net zoals in de Mekongdelta van Vietnam is het ook hier bloedheet, met temperaturen tussen de 32 en 35 graden. Dan brengt een koud Angkor-biertje op tijd en stond soelaas. De avond begint te vallen als we weer naar ons hotel gaan. Jonge prikkelpoppen beginnen de terrassen te veroveren. We logeren in de rosse buurt.


Maak jouw eigen website met JouwWeb