Angkor

woensdag 26 februari 2020.

De grote dag is aangebroken. We hopen dat de verwondering en de bewondering van ons eerste bezoek  niet verloren is gegaan, dat we nog steeds hetzelfde ontzag gaan voelen voor het volk dat hier lang geleden een van de wereldwonderen heeft gebouwd. Via de “Straat der Reuzen” bereiken we de zuidelijke ingangspoort van Angkor Thom.  De stad werd gebouwd door Jayavarman VII om zijn overwinning op het Champa-rijk nog wat meer in de verf te zetten. Op haar hoogtepunt leefden er in en rondom de stad zo'n miljoen mensen.

Angkor Thom is een bijna perfect ommuurd vierkant. Rond de stad ligt een gracht. Precies in het midden van elke muur is er een indrukwekkende poort van waaruit een brug zich uitstrekt over de gracht naar het gebied buiten de stad. Op de brug zitten er aan de ene zijde 27 goden, aan de andere 27 demonen die een reusachtige slang dragen. Aan weerszijden van de toegangspoort houden olifantskoppen de wacht.


de bayon

De eerste en meteen ook de grootste tempel die we in de ruïnestad bezoeken is de Bayon. Hij is vooral bekend door zijn 54 torens die elk vier gezichten afbeelden. De Bayon is een boeddhistische tempel. Koning Jayavarman VII was in tegenstelling tot zijn voorgangers immers een volgeling van Boeddha. In de tempel zien we dan ook zowel boeddhistische als hindoeïstische elementen.

Overal ontmoeten we apsara’s, hemelse danseressen en onsterfelijke nimfen die ons proberen te verleiden met hun in steen gebeeldhouwde glimlach.

Fascinerend zijn ook de bas-reliëfs die de Bayon omringen. Aangezien de bevolking niet kon lezen, moest de koning op een andere wijze zijn oorlogsverhalen kunnen doorvertellen. De schitterende bas-reliëfs moeten met de wijzer mee worden gelezen. Aan de oostzijde zien we een optocht van het leger onder leiding van de koning.

Aan de zuidzijde wordt de oorlog op het water tegen de Cham afgebeeld, en het dagelijks leven op en rond het Tonlé Sap-meer. De westelijke en noordelijke zijde zijn grotendeels niet afgewerkt

We komen bij de torens met de vier gezichten. Ook die gezichten hebben een raadselachtige glimlach die door het  spel van licht en schaduw met ons lijkt te spotten.


het terras van de olifanten

Rond half elf verlaten we de Bayon en gaan op zoek naar het terras van de Olifanten. Het is 350 meter lang en 2,5 meter hoog, en wordt zo genoemd door de olifanten die er als decoratie dienen. Het terras hing ooit vast aan het koninklijk paleis Phimeanakas, in het hart van Angkor Thom. Het paleis is in elkaar gestort, maar het terras heeft de tand des tijds goed doorstaan.


het terras van de leprakoning

Een beetje noordelijker staat het terras van de leprakoning, prachtig versierd met naga's, demonen en andere mythologische figuren.  Toen het terras werd ontdekt, stond er een beeld op van een zittende man dat voor een groot deel met mos was overwoekerd en daardoor het uitzicht had van iemand met lepra. Zo heeft het terras zijn naam gekregen. Het beeld werd verwijderd en staat nu in het Nationaal Museum in Phnom Penh. Ondertussen is men er zowat van overtuigd dat het een beeld is van de Heer van de Dood, en dat het terras waarschijnlijk diende als koninklijk crematieplatform.


banteay srei

Om de Banteay Srei te bezoeken moeten we weer de bus op en een halfuurtje rijden, maar deze “Citadel van de Vrouwen” is dat dubbel en dik waard. De decoraties van de tempel zijn zo mooi dat – zo zegt men – ze enkel door vrouwen kunnen zijn gemaakt.

Het is niet eens zo groot, maar het lijkt wel een sprookjespaleis van roze zandsteen  in het hart van een mysterieus bos. Elke centimeter van de deuropeningen, lateien en muren is versierd met bladmotieven en devata's, vrouwelijke goden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb