vissers

vrijdag 12 maart 2010

Deze morgen iets na zeven was er veel bedrijvigheid dichtbij de kust. De lokale vissers gooiden hun sleepnetten overboord en begonnen even later met man en macht aan het binnenhalen van de vis door de netten naar het strand toe te trekken.

Nu moet je je daar niet teveel van voorstellen. De meeste vissen die ze hier binnenhalen zijn niet groter dan sprotjes, maar lekker zijn ze wel. Ik kan wel niet begrijpen hoe je van zo'n visvangst leven moet. De hoeveelheid vis die ze op deze manier vangen lijkt me nog niet genoeg voor eigen gebruik.

Nee, dan die samoerai-krab van gisteravond, daar had je tenminste nog een beet aan! Het was al donker toen ik iets tegen de trappen van het terras zag aanliggen. Ik dacht eerst nog aan een afgevallen palmblad, maar bij nader toekijken stond ik oog in oog met een grote krab. Natuurlijk nam ik snel enkele foto's, en toen ik die vanmorgen aan Kadek liet zien, zei ze me dat dat een ik-weet-al-niet-meer-hoe-ze-heette-krab was en dat haar vlees heel smakelijk was.


ceremonies

Na een frisse douche en een uitgebreide instrijkbeurt tegen de zon, togen Lieke en ik naar het strand en begonnen aan een fikse wandeling. Hier en daar moesten we door geulen of geultjes water die in zee uitmondden. Een eenzame blaffende hond, enkele kinderen die ons van ver begroetten, een jonge koe op het strand, en plots, na zo'n twintig minuten, een hele verzameling mensen die zich op hun paasbest – of hoe dat hier moet heten – hadden uitgedost. Een ceremonie op het strand. Iedereen was er, van jong tot oud. En de mensenmassa werd maar altijd groter.

Natuurlijk hadden wij onze sarong niet aan, zodat we ons niet tussen de mensen konden begeven zonder hen voor het hoofd te stoten. We liepen dan maar verder langs het strand tot we plots de contouren van een tempel tussen het groen zagen schemeren. Toen we er naartoe gingen zagen we dat het nog een behoorlijk grote was ook, die de naam “Pura Dalem” droeg. Later zouden ze ons in de villa vertellen dat het een tempel was voor de doden. En eigenlijk hadden we dat al kunnen raden toen we de beelden en versieringen aan de tempel zagen, waaronder nogal wat doodskoppen.

Even later besloten we langs het strand terug te keren naar de villa. Toen we terug op de hoogte gekomen waren van de plek waar die vele mensen zich hadden verzameld, zagen we dat de massa nog aangezwollen was. Bovendien lagen er al tientallen en tientallen offers, waaronder enkele nog levende ganzen. Zoals steeds lagen de geschenken voor de demonen op de grond uitgestald, en deze voor de goden op een verhoog. We begrepen niet hoe ze dat op zo'n korte tijd allemaal in elkaar hadden gefikst. In de achtergrond zagen we een hoge tros kleurrijke ballonnen. De zon scheen nu volop en sommige mensen droegen een parasol, zowel mannen als vrouwen. Rond een riviertje dat naar zee stroomde zaten allemaal vrouwen. De meeste kinderen hingen rond de waterlijn rond en vermaakten zich met steentjes in de zee te gooien in een poging ze te laten stuiteren. Omdat we er dus niet op gekleed waren bleven Lieke en ik langs de branding lopen, vanwaar ik toch enkele foto's heb genomen en enkele beelden heb geschoten.

Daarna ging het terug naar de villa. Het was nog geen uur later, maar de zon brandde al ongenadig. We hadden ons flink ingesmeerd zodat er geen gevaar voor verbranding was, maar ik wou toch maar dat ik er aan had gedacht mijn pet op te zetten om de grijze massa onder mijn schedeldak tegen uitdrogen te beschermen. 't Gaat zo al snel genoeg achteruit. Als ik niet onmiddellijk opschrijf wat we gezien of beleefd hebben ben ik al snel de helft vergeten. A, jij ook? Wat een opluchting!

In de villa wisten ze natuurlijk om welke ceremonie het ging. De deelnemers waren inwoners van het dorp Pakraman. Morgen zou diezelfde ceremonie in Lokapaksa doorgaan, het dorp van Putu Surya en Romi, de dag daarop onder meer in het dorp van Kadek.


de balinese kalender

De dag dat we terug naar huis vliegen is toevallig de laatste dag van het Balinese jaar volgens de saka-kalender, oudejaarsavond, die hier pengurupuk wordt genoemd. Nieuwjaar, Nyepi, valt op de dag na de nieuwe maan van de negende maand. Zoals ik geloof ik al ergens zei wordt het gevierd met een dag van stilte. Er mag geen vuur aangestoken worden, er mag geen vervoer plaatsvinden, er mag niet gewerkt worden. De dag ervoor echter – en om die reden moeten we al vroeg weg uit de villa – wordt er door alle dorpen een groot reinigingsritueel uitgevoerd om het land te zuiveren van de duistere krachten. Grote offers van wijn en vlees van huisdieren en wilde dieren worden bij elke kruising op de grond geplaatst om de grond-geesten te voeden. 's Avonds wordt er overal op gongs en cymbalen geslagen om de slechte geesten te verjagen. In Denpasar – waar wij als alles onderweg wat normaal verloopt in de namiddag zullen aankomen – wordt een enorme parade gehouden die ogoh-ogoh wordt genoemd, een parade van grote monsters uit papier-maché. Toen we vorige zondag naar Ubud reden hadden we ons al afgevraagd waarvoor al die half afgewerkte groteske figuren die we hier en daar in de dorpen zagen moesten dienen. Of we die optocht ook daadwerkelijk zullen zien weten we niet. We moeten immers op tijd op de luchthaven zijn.

Ik wil wel iets zinnigs proberen neer te schrijven over de Balinese kalender, maar die is zo gecompliceerd dat zelfs de Balinezen er moeite mee hebben. Eigenlijk zijn er drie kalenders die allemaal door elkaar lopen. Je hebt hier de Gregoriaanse kalender van 365 dagen, maar ook een Balinese kalender die gebaseerd is op een maanjaar van 355 dagen, waaraan eens per drie jaar een dertiende maand wordt toegevoegd. (Doet me denken aan de Maya-kalender, met zijn 355 dagen plus tien “slechte” dagen.) En dan heb je hier nog het wuku-jaar van 210 dagen. Deze 210 dagen zijn onderverdeeld in 30 weken van 7 dagen, elk met een eigen naam. Binnen het wuku-jaar worden ook nog eens weekcycli van verschillende lengte onderscheiden, dit om het allemaal nog wat moeilijker te maken.


de balinese kinderen

Nog iets over de kinderen hier. Als een kind kan lopen mag het overal in het dorp vrij met de andere kinderen spelen. De kinderen zijn trouwens al heel snel op zichzelf aangewezen. Thuis worden ze uiterst liefdevol behandeld. Een kind wordt nooit geslagen want dat zou zijn tere ziel beschadigen. Ouders nemen hun kinderen overal mee naartoe. Balinese kinderen gedragen zich erg volwassen en hebben veel zin voor verantwoordelijkheid. Je zal een kind hier niet snel horen schreeuwen of zien vechten.

Als de kinderen hun puberteit bereiken wordt er vaak een stukje van zes van hun boventanden afgevijld zodat ze in een rechte rij komen te liggen. Dit zou de zes slechtste eigenschappen van een mens sterk verminderen: hartstocht, hebzucht, boosheid, dronkenschap, domheid en jaloezie. Lange hoektanden komen alleen voor bij dieren, heksen en demonen.

De gemiddelde leeftijd waarop Balinezen trouwen ligt voor vrouwen tussen 20 en 25 jaar en voor mannen tussen 25 en 30 jaar. De belangrijkste plicht van een jonge Balinees is trouwen en een gezin stichten om de familielijn voort te zetten. Alleen een getrouwd man kan lid worden van de dorpsvereniging. Door te huwen treedt een vrouw formeel toe tot de familie van de man en wordt daarmee lid van zijn kaste, familie en stam.

Scheiden is niet moeilijk. Een man meldt aan het dorpsbestuur dat zijn huwelijk is beëindigd; een vrouw keert eenvoudig terug naar haar ouderlijk huis en laat de opvoeding van de kinderen over aan de familie van de man. Echtscheidingen komen echter zelden voor. Het gebeurt echter wel meer dat een man er een tweede vrouw bijneemt, maar de eerste vrouw blijft het hoofd van het huishouden.


mijmeringen

Tussen haakjes, al opgemerkt? We trekken er bijna niet op uit. En dat heeft enkele oorzaken. De villa natuurlijk, waar je helemaal tot rust komt. Het feit dat we negen jaar geleden al veel gezien hebben van Bali en het nu niet echt meer “moet”. En ook de ligging van de villa. Al zijn er hier in het noorden wel enkele bezienswaardigheden, er zijn er toch veel minder dan in het hart van Bali of in het zuiden, waar al de bekende plekken liggen. En als je naar dat hart of naar het zuiden wilt, ben je al snel uren onderweg om je doel te bereiken. Bovendien heb je tijdens een uitstap wel een chauffeur maar geen gids, wat maakt dat je minder te zien krijgt dan je gehoopt had.

Eigenlijk moet je het – als het je eerste keer op Bali is – anders aanpakken. Je zou eerst enkele daguitstappen moeten maken met als uitvalsbasis Kuta of Denpasar of zo. En als je eenmaal alles gezien hebt kun je met een gerust hart naar het noorden vertrekken richting villa, waar je dan van je welverdiende rust kunt genieten. Zo zou ik het een volgende keer misschien ook nog eens doen.

Het zou natuurlijk ook kunnen dat de echte reden dat we niet veel weggaan is, dat we een dagje ouder aan het worden zijn.

't Heeft weer een half uurtje geregend. 't Stof is weer weg. Vanmiddag heeft Komang iets klaargemaakt waar ik eerst de hoofdstad van Ivoorkust in dacht te herkennen, maar de echte naam bleek Gadu Gadu te zijn (spreek uit Gadoe Gadoe).

We eten hier alleen maar Balinees. Wat er allemaal in die schotels zit is niet altijd te achterhalen. Maar het is altijd lekker en dikwijls een lust voor het oog. Je moet wel van goed gekruid eten houden, anders zou het wel eens kunnen dat je op je honger blijft zitten. Het eigenaardige is dat al dat scherp gekruide eten blijkbaar zo makkelijk verteerbaar is. Geen van beiden heeft ook maar één klacht over maagpijn of -zuur of moeilijke stoelgang, integendeel. Zou het kunnen dat dit eten gezonder is dan ons westers eten? We drinken er enkel water bij, maar dat doen we thuis ook. En verder drinkt Lieke hier thee en ik koffie. Vlees eet ik hier echter niet om het voor de kokkin niet te moeilijk te maken. En verder een massa fruit in al zijn gedaanten. Geen brood, veel rijst, vrijwel geen aardappelen. Naar verhouding veel eieren (oeps, cholesterol).


Lieke ligt weer onder de smidshamer van de masseuse. Vandaag heeft ze er nog eens voetreflexologie bijgenomen. 't Zal weer afzien zijn als een paard. Maar 't schijnt dat je, als je maar genoeg met je voeten laat spelen, zo gezond wordt als Liekes sterrenbeeld. Dat kan wel zijn, maar ik hou me verder toch maar gedeisd. Té gezond kan ook niet goed zijn, denk ik dan.

Ik kom net uit het zwembad en geniet nu van een tussendoortje dat Kadek voor me heeft klaargemaakt: jackfruit gebakken in palmsiroop, en daarbij een kopje kopi. Kwestie van 't niet af te leren. Heb ik al gezegd dat de ingrediënten voor ons eten en drinken ons ongeveer 100.000 Rupiah per dag kosten? Zo'n acht euro? Dat is vier euro de man. 't Zou bij ons echt niet kunnen. Voor 4 euro huur je hier ook een scooter mét helm voor een dag. De “petrol”, zoals dat hier heet, kost zo'n 35 eurocent de liter. En voor die prijs word je nog bediend ook. Er is maar één soort petrol die evengoed voor auto's als voor moto's dient.

Stel je voor. Na twee en een half uur haar betonmolen op Lieke gedraaid te hebben heeft dat masseusemens er nog niet genoeg van. Allee, zegt mijn gade, 't zal je goed doen. Dus laat ik me maar overhalen om op mijn beurt vermalen te worden. In het begin kraakt en piept het van alle kanten, en op 't einde ook. Ge kunt er maar deugd van hebben. Daarna was het bijna tijd om te eten. Komang en Kadek hadden er weer wat van gemaakt. Er stonden niet minder dan zes schotels op tafel, waaronder eentje met visjes die nog geen uur eerder uit zee waren gekomen.

nog vissers

De hele dag was het op het strand en in het water voor de villa een drukke bedrijvigheid geweest, met vissersboten die af- en aanvoeren, sleepnetten die getrokken werden, vis die in manden verdween. De visjes die Kadek gaan kopen was waren piepklein, niet groter dan anderhalve centimeter. Ze had ze in een vorm samengeperst en klaargemaakt. En nu ze op ons bord lagen konden we ze duidelijk van kop tot staart tegen elkaar zien liggen, wachtend om in onze mond te verdwijnen. Er waren ook stukjes tonijn en allerlei groenten waaronder voor de eerste keer jonge bamboe. Weer te overvloedig om allemaal te verstouwen, maar we deden ons stinkende best.

Eerder op de dag was Romi al met een kleine inktvis voor de dag gekomen, speciaal voor de foto. Die inktvis was er die avond niet bij. Ik veronderstel dat hij hem mee naar huis heeft genomen.